De consument als ketenpartner in een circulaire economie

augustus 10, 2019

De consument als ketenpartner in een circulaire economie

De consument is als gebruiker een onlosmakelijk onderdeel van de grondstoffencyclus en dus een belangrijke schakel in de omschakeling naar een circulaire economie. De neiging van producenten is om achter de tekentafel mooie producten te bedenken en vervolgens de consument te overtuigen dat dit is wat ze willen. Als je de consument als onderdeel van de grondstoffencyclus serieus neemt, is het van groot belang om samen met die consument na te denken over hoe dingen slimmer kunnen. Als partner dus. Even belangrijk als bijvoorbeeld de samenwerking tussen leveranciers en afnemers.

Naast het stimuleren van kennis en bewustwording bij consumenten over wat een circulaire economie voor hen betekent, werkt Natuur en Milieu Overijssel daarom aan nieuwe concepten om co-creatie tussen producenten en consumenten tot stand te brengen. Om de positie van de consument als ketenpartner te duiden, hanteren we voor het gemak twee denkmodellen: het product als dienst en de korte cyclus.

Het product als dienst

Producten die een lange(re) levensduur kennen, zoals stofzuigers, televisies of koptelefoons zijn vaak moeilijk te repareren of zelfs zo ontworpen dat ze na een aantal keren gebruik kapot gaan. In de huidige, lineaire economie is het de verantwoordelijkheid van de consument om het product na gebruik naar de milieustraat te brengen of in de goede afvalbak te gooien. De verantwoordelijkheid van de goede verwerking van waardevolle grondstoffen gaat dus over van producent naar de consument en vervolgens naar een verwerker. In een circulaire economie blijft de producent verantwoordelijk voor de verwerking of hergebruik van het product of blijft zelfs eigenaar. In dat geval wordt de functie die het product moet vervullen als dienst geleverd. Bekende voorbeelden zijn licht (Thomas Rau/Philips), wassen (Miele, Bundles), zitten (BMA Ergonomics) of muziek luisteren (Gerrard Street).

De korte cyclus

Ook in een circulaire economie zijn er producten die eenmalig of relatief kort gebruikt worden. Denk aan verf, luiers, verpakkingen of voedsel. De grondstoffen uit deze producten worden echter niet verbrand of gestort, maar worden opnieuw gebruikt voor dezelfde of andere producten of toepassingen. Net als in de huidige economie gaat de verantwoordelijkheid van de verwerking van het product na de gebruiksfase over van producent naar consument en vervolgens naar de verwerker. Een belangrijks verschil met de huidige, lineaire economie is dat de producten zo zijn ontworpen en samengesteld dat de grondstoffen eenvoudig terug te winnen en opnieuw te gebruiken zijn. Bij het ontwerp is dus al nagedacht over alle schakels in de ketting. Voorbeeld: luiers en incontinentiemateriaal is een toenemende afvalstroom. AEB in Amsterdam werk aan een verwerkingsfabriek gericht op terugwinnen van nutriënten en andere grondstoffen uit gebruikte luiers. Dit vraagt iets van consumenten in de zin van bereidheid om luiers apart in te zamelen of een bepaald type luier te gebruiken (samenstelling). En het vraagt iets van consumenten in de acceptatie van producten die geproduceerd worden met grondstoffen die vrij komen uit het verwerkingsproces van luiers.