Participatie, moet dat met zijn allen?

maart 9, 2020

Participatie, moet dat met zijn allen?

Afgelopen jaren heb ik me sterk ingezet voor participatie van bewoners in allerlei duurzaamheidsprojecten. Ook op landelijk niveau ben ik bezig met de uitwerking van een Green Deal participatie bij grootschalige energieopwekking. Ik geloof dat bewonersparticipatie essentieel is voor de duurzame transitie, maar merk ook dat het woord vaak te pas en te onpas wordt gebruikt. In het sociaal domein werd bijvoorbeeld onder het mom van participatie een enorme bezuinigingsoperatie uitgevoerd.

Afgelopen week had ik een discussie over inclusieve participatie. Dit betekent dat iedereen meedoet en er niet alleen een zaaltje met veelal witte, grijze mannen meedenkt. Er werd opgemerkt dat sommige mensen een beetje participatiemoe zijn: waarom moet ík overal over meedenken. Bovendien geldt voor andere mensen dat ze al genoeg dingen aan hun hoofd hebben.

Een interessant inzicht tijdens de discussie was dat het eigenlijk helemaal niet gaat over dat iedereen  mee moet denken. Het gaat er om dat iedereen mee kán denken die mee wíl denken. Participatie moet dus vooral niet exclusief zijn, daarbij is het een illusie om te denken dat iedereen gaat meedoen. Het voorkomen van exclusiviteit lijkt gemakkelijk, maar is het zeker niet. Dit betekent bijvoorbeeld dat het taalgebruik (helaas in dit stuk niet helemaal gelukt) laagdrempelig moet zijn, maar ook de wijze van participatie divers. De één gaat tenslotte met veel plezier naar een avondbijeenkomst, de ander doet het wellicht achter de smartphone.